Hallo interessant onderwerp,

Ik vraag me al gelijk af wat je bedoeld met highsolid en oplosmiddel als argument voor de blaasjes high solid bevat juist minder oplosmiddelen dus dit klopt niet helemaal in het verhaaltje.

Blaasjes ontstaan bijna alleen bij nieuwe of vrij nieuwe kozijnen welke de houtnerf nog niet goed of geheel gevuld is.
Of hout met een hoog vocht gehalte.

Zelf ben ik er vrij zeker van dat verdampend vocht uit het hout door de zon ook een grote rol speelt.
Door de zon krijg je sneller een film laagje en eronder is alles nog zacht waardoor er bellen kunnen ontstaan.

Je kunt natuurlijk 3 blikken lak plamuur uit je bus halen en een week meerwerk in rekening brengen 😂
Om alles over te trekken.
Maar misschien vind je klant dat financieel niet zo tof en misschien wil je klant zijn houtstructuur wel helemaal niet kwijtraken.

Wat naar mijn idee de makkelijkste en goedkoopste oplossing is.
Zie je dat je bij je eerste kozijn blaasje krijgt ga dan niet verder.
Maar bestel even dekgrond op kleur.
Snel droog vult de nerf en is open van structuur.
Daarna ga je pas lakken en voila fluitend je kozijnen aflakken zonder blaasjes en zonder je houtnerf te verliezen.
Niet achteraf liggen kloten om die blaasjes uit je verse lak te krijgen.

Hallo ik zit met een nogal gecompliceerd probleem.

Ik ben bezig in een grote villa nieuwbouw.

Glad stucwerk plafonds en wanden.
Alles moet getext worden.
Nu doe ik zoals ik altijd doe wanden en plafonds afsteken met spackmes waar nodig achtergebleven overbrenging wegschuren en verdund voortexen.
Geen voorstrijkmiddel want dat maakt meer kapot dan je lief is.
Nu viel me al direct op dat het texwerk tamelijk lang nat bleef voor een nieuwe ondergrond.
Na het drogen blijven er allemaal vlekken achter.
Dus ik vraag advies van de groothandel daar krijg ik te horen je had voorstrijkmiddel moeten gebruiken.
Maar dat doe ik al 18 jaar niet en dit heb ik nog nooit gezien.

Nu ging ik beter kijken en zag ik dat er 2x is gestuct 1x mp75 en daarna met een fijnere filler plaatselijk dus niet 100% overgestoken.
Precies de gefillerde plekken trekt de muurverf veel dieper in.
Verder is de mp75 niet wit en had ook glimmende plekken.
Nu blijkt dat de stucadoor zeer waarschijnlijk voorstrijkmiddel door de mp75 heeft gedaan.
Dit doen ze schijnbaar om de verwerkingstijd te verlengen.
De gefillerde plekken hebben geen voorstrijkmiddel meer erin zitten en dus zie je de zuigings verschillen aftekenen.
Plafonds heb ik nu 2x gespoten maar ik krijg het probleem niet weg.

Om een idee te geven van de grote van het huis woonkamer plafond is 180 m2

Iemand ideeën of suggesties of heeft iemand dit ook al eens gehad in het verleden?

• Dit onderwerp is gewijzigd 7 maanden, 1 week geleden door  martin minnaard. Reden: typfoutje

Ik wil erop wijzen dat waar in het antwoord staat van ‘reinigen door licht aanstralen’ van gegalvaniseerd verzinkt staal i.v.m. de geringe zinklaagdikte (3-25 µm) die men hierop aanbrengt evenals die met het ‘continu elektrolytisch verzinkte plaat’ (bijv. Sendzimir) zijn verzinkt waar de zinlaagdikte kan varieren van 1,5-30 µm (meest gangbare laagdikte 15-20 µm) niet aan-te-bevelen is door (licht)aanstralen.
Hierbij wordt al snel veel van de beschermende zinklaag afgenomen en plaatselijk een onregelmatige zinklaagdikte ontstaat.
De beantwoorder is vermoedelijk in de war met thermisch verzinken waar grotere zinklaagdiktes aan de orde zijn, waar wel het lichtaanstralen een goede reinigingsmethode is.
Een chemische voorbehandeling is in dit verband niet genoemd. Jammer, de MAVOM en Henkel hebben gewaardeerde producten.

Vraag:
Ik ben schilder en woon in Twente, waar het landschap onder andere wordt gekenmerkt door diverse landkruizen en Mariakapellen. Een opdrachtgever heeft mij gevraagd of ik een levensgrote, eikenhouten Christus corpus wil herstellen, waarvan de verf is afgebladderd. Hoe pak ik dit aan? Zelf denk ik aan een epoxy impregneer, om het door weersinvloeden aangetaste hout meer sterkte te geven (het eikenhout is op sommige plaatsen erg slecht, vergrijsd en gebarsten) en daarna afschilderen met een alkydhars kleurlak.
Antwoord:
Het impregneren met epoxy en daarna overschilderen met een alkydhars verf of kleurlak is geen goed idee. Epoxy is prima plaatselijk te gebruiken op met name kops hout, maar is voor toepassing op het Jezusbeeld te dampdicht. Het laat vrijwel geen waterdamp door. Omdat bij een dergelijk beeld met oude of nieuwe scheurtjes altijd vocht in het hout kan komen, zal zich dat ophopen en kan bij afwerking met epoxy aantasting ontstaan.

Hetzelfde gebeurt bij het afwerken met een alkyd. Deze sluit in zekere zin het hout af; alkyds zijn ook relatief dampdichte producten. Beitsen en lakken zijn sowieso, naar verhouding, dampdicht, omdat ze hoofdzakelijk uit bindmiddel bestaan. Hoog gepigmenteerde verven zijn wat dat betreft beter. Nog beter is een dampopen product te gebruiken.

Advies

Ons advies is de corpus te reinigen en tegelijk met Scotch Brite heel licht en voorzichtig te schuren. Gebruik daarbij Sint Marc, Universol of een soortgelijk reinigingsmiddel. Vervolgens dun in een drogende lijnolie zetten is een optie. In dat geval trekt de olie enigszins in het hout en vormt het vrijwel geen laag. Dit werkt naar inschatting gedurende maximaal een jaar waterafstotend en voorkomt aantasting. Jaarlijks of tenminste tweejaarlijks herhalen.

Een andere optie is toepassing van een transparante blanke lak voor (tropisch) hardhout op basis van zogenoemde ‘long-oil’ alkyd. Dit heeft de voorkeur. Wanneer de eigenaar het beeld echter liever dekkend wil hebben geschilderd, is het advies het object, na grondige voorbehandeling, te schilderen met een acrylaatdispersieverf. Deze is dampopen.

Wat ondergrond betreft is het eikenhouten beeld niet veel anders dan een vergrijsde, eikenhouten voordeur. Om dit vergrijsde hout in kleur te herstellen lijkt mij schuren met Schotch Brite tijdrovend en te weinig effectief om de oude transparante, laklagen tot op het hout te verwijderen. Dit is wel noodzakelijk om het vergrijsde hout met ontweringswater te behandelen. Het uit oxaalzuur bestaande ontweringswater werkt alleen op kaal hout en dringt niet door oude laklagen heen. De laklagen verwijderen met afbijt lijkt mij de beste optie. Gebruik dan wel handschoenen en een niet grove schuurspons. Bij de supermarkt zijn RVS (roestvast stalen) bolletjes schuursponzen verkrijgbaar die in combinatie met water weinig schuursporen nalaten. Deze zijn oorspronkelijk bedoeld voor het reinigen van metaal, (pannen) keramiek, (tegeltjes) en glas. Het gebruik van water is belangrijk om met deze rvs sponzen geen krassen te maken. Overtuig eerst jezelf door een proef te doen op een oud ruitje. (de sponzen zijn gemaakt van geplet rvs staaldraad- ik ben in een van de fabrieken geweest – en hebben geen scherpe randen) Oefen slechts lichte druk uit bij het verwijderen van de afbijt – de vol gelopen sponzen laten zich heel makkelijk reinigen van de afbijt in een emmertje water. De ondergrond zorgvuldig nawassen met helder water en na droging het hele object met een wegwerpkwastje behandelen met ontweringswater. Na de droging zie al direct resultaat. Mochten er nog grijze vlekken zichtbaar zijn kun je het ontweringswater (De Vos is bijv. een merknaam) kun je het ontweringswater een beetje te verwarmen. (au-bain-marie: de kunststof binnenpot met ontweringswater in een emmer heet water op temperatuur laten komen) Meestal is dit niet nodig maar bij hardnekkige vergrijzing soms een uitkomst. Grondig nawassen met handwarm water is noodzakelijk want oxaalzuur laat in droge vorm kristallen achter die enorm hinderlijk kunnen zijn. Het op kleur brengen van het object kan met een combinatie van gekookte lijnolie en een op kleur gemaakte impregnant. Een niet filmvormende dunne beits. Beiden dringen diep in de ondergrond Na droging kun je het Christus Corpus beeld afwerken met om het even welke transparante lak. Mijn voorkeur zou uitgaan naar een satijn-glanzende UV bestendige lak want een glimmende Jezus aan zijn martelkruis lijkt mij niet gepast.

Antwoord:
Het verklaren van het ontstaan van blaren is al vaak in Eisma’s Schildersblad beschreven. Blaarvorming kan op verschillende momenten optreden. Vlak na het aanbrengen, en dus feitelijk tijdens het drogen, of pas na veelal een wat langere periode. Er zijn verschillende oorzaken waardoor blaren kunnen ontstaan. In uw geval is het waarschijnlijk dat het gaat om vochtblaren als gevolg van osmose of als gevolg van een natte ondergrond.

De omvang van de blaren verschilt in de praktijk van speldenknoppen tot vele centimeters in doorsnee. Bij osmose zijn de blaren vaak klein (tot 1 cm doorsnee) en ze komen meestal regelmatig verdeeld over het oppervlak voor. Vochtblaren als gevolg van een natte ondergrond kunnen tot vele centimeters in doorsnee voorkomen op plaatsen waar vochtlekken of vochtinfiltratie in de constructie aan de orde is.

Osmose

Bij het verschijnsel osmose ontstaan blaren doordat water of waterdamp zich onder de verflaag verzamelt. Door de vochtdruk ontstaat hierbij een blaar. Het verschijnsel wordt vooral geconstateerd bij verflagen in een vochtige of natte omgeving. Vaak ontstaan osmotische blaren door het niet goed reinigen van ondergronden. Op bijvoorbeeld metalen en kunststoffen zoals polyester is dergelijke blaarvorming een in de praktijk regelmatig voorkomend verschijnsel.

Wateraantrekkend vuil zoals zouten vormen meestal de oorzaak. Elke verfsoort laat in meer of mindere mate water door. Zelfs de meest dampdichte epoxyhars verflagen. Dergelijke blaren kunnen dus bij elke verfsoort voorkomen. Osmotische blaren zijn bij lekprikken met vocht gevuld. Ook kunnen blaren ontstaan bij het schilderen van te vochtige of na verloop van tijd vochtig wordende ondergronden.

In dat geval ontstaan blaren doordat waterdamp uit de ondergrond niet eenvoudig kan verdampen. Er ontstaat dan dampdruk onder de verflaag. De vochtdruk veroorzaakt vervolgens blaren. Deze blaren zijn na lekprikken herkenbaar doordat ze van binnen ook hier vaak nat zijn. Vochtblaren kunnen alleen ontstaan op waterdampdoorlatende materialen zoals hout en steenachtige materialen. Na het meten van vocht kunnen corrigerende maatregelen zoals een verbeterde detaillering blaren voorkomen.

hallo allen,

Momenteel schilder ik als particulier het houtwerk van mijn eigen huis met lijnolieverf.
Ik heb 2 vragen:

1. het is net ietsje te koud dus het voelt als stroop opzetten 😉
Kan het kwaad om de verfpot in warm water te zetten zodat de verf net iets warmer is bij het opzetten?

2. de verf is ook bij warmer weer iets trager/dikker dan ik gewend ben. Wat is een juiste opzet techniek? Nu breng ik eerste verspreid over een deel hout wat grove streken aan, diagonaal op de houtnerf, en smeer het daarna langs de nerf uit. Maar gezien de stroopsubstantie kan ik me indenken dat er wellicht een andere opzettechniek raadzamer is?

Graag uw advies!
groet, Sonja

Antwoord:

Een eenvoudige oplossing is het toepassen van kwartsverf. Deze watergedragen muurverf hecht op veel ondergronden zeer goed. Nadeel is de structuur van het fijne zand, maar wellicht is dat voor de plafondpanelen geen probleem. Voor de structuur een passende fijne of grove roller gebruiken.

Eerst een proefvlak opzetten, is raadzaam. Een andere mogelijkheid is het toepassen van een watergedragen epoxy primer, geschikt wanneer hoge eisen worden gesteld. Deze primer is vervolgens af te werken met vele soorten watergedragen producten. Ook hierbij wordt geadviseerd eerst een proefvlak op te zetten.

Antwoord:
Chloorrubberverven worden nog steeds toegepast. Binnen mag het beslist niet worden gebruikt. Buiten wel, ondanks de alternatieven die er zijn. Chloorrubberverf bevat relatief veel oplosmiddel. Vaak meer dan de helft is oplosmiddel dat verdampt. Bovendien is het geen gewoon oplosmiddel (‘peut’), maar een aromatisch type. Xyleen is daarvan een voorbeeld. Aromatische oplosmiddelen zijn zeer brandbaar en zeer ongezond.

Verder is chloorrubber gebaseerd op een chloor bevattend bindmiddel. Hierbij worden tegenwoordig in het kader van milieu ook vraagtekens gezet. We hebben echter niets kunnen vinden over een eventueel verbod op chloorrubberverven, ook niet wat advies betreft. Alleen binnen mag het niet. Wel wordt chloorrubberverf steeds minder gebruikt. Voor hoogspanningsmasten bijvoorbeeld wordt nu eerder vinylverf gebruikt, terwijl dit in het verleden vooral chloorrubberverf was.

Vinylverf

Vinylverven zijn net als chloorrubbers onverzeepbaar en bevatten ook veel oplosmiddel, maar minder dan bij chloorrubberverven. Vinylverf heeft een vaste stofgehalte van circa 48 procent en chloorrubberverf van zo’n 42 procent. Ook in vinylverf zit dus veel oplosmiddel. Dit is weliswaar geen xyleen of tolueen, maar gewoon terpentine. Ook dat blijft echter oplosmiddel.

Waar de beantwoorder van de vraag beweerd dat vinylverven – hieronder te verstaan de thermoplastische oplosmiddelhoudende types dus niet te verwarren met de vinyldispersies – terpentine als oplosmiddel bevatten, danwel verdund kunnen worden hiermee is niet correct.
Dit is wel degelijk het geval, vaak is het een mix van aromatische koolwaterstoffen waarin o-xyleen, tolueen, benzeen en ethylbenzeen (kunnen) zitten.
Kijk de MSDS-bladen er maar op na.
Terpentine daarentegen bestaat uit alifatische koolwaterstoffen C10H22 en naastliggende homologen en kan daarnaast ook nog een hoeveelheid aromaten bevatten.

• Deze reactie is gewijzigd 5 maanden geleden door  Klaas de Wit.

Antwoord:
Eerst de loslatende lagen volledig verwijderen. In de praktijk betekent dit het gehele spack plafond afsteken, herstellen en opnieuw van een spack pleisterlaag voorzien.

Ons wel gemeend advies: buiten roken en binnen geen synthetische verf gebruiken. Zoals u wellicht zult weten, is synthetische (oplosmiddelhoudende) (muur)verf binnen gebruiken bij de wet verboden.

Het algehele advies voor – door roken – vergeelde plafonds waarop geen synthetische muurverf is toegepast, luidt. De vervuiling van het oppervlak grondig verwijderen met schoon water en een neutraal vetoplossend reinigingsmiddel. De ondergrond daarna goed laten drogen. Ingetrokken watervlekken droog afborstelen.

Licht vervuilde oppervlakken hierna behandelen met een volle, gelijkmatige laag isolatie muurverf. Op contrastrijke en op een sterk of ongelijkmatig zuigende ondergrond eerst een grondlaag isolatie muurverf aanbrengen (verdunnen met 5-10 procent water). Zwaar verontreinigde oppervlakken eerst voorstrijken.

Elders op Schildersvak beweer ik (Jan Maurits Schouten) dat we eigenlijk een prima schilderseizoen gehad hebben. Tot nu toe twee schilders beweren van niet, waarvan er één dat ook zegt te kunnen staven met meetgegevens. Wat zijn uw ervaringen?

Antwoord: Wanneer bij het schilderen stoffen uit de ondergrond door de verflaag trekken, kan dit leiden tot verweken of verkleuren. Doorbloeden kan in de praktijk zowel optreden bij gewone alkydharsverven als bij watergedragen verven. Bij merbau is dit bijvoorbeeld aan de orde. De remedie is een specifiek hiervoor bedoelde isolerende grondverf toe te passen . Deze zijn ook volop verkrijgbaar in watergedragen varianten.

De timmerindustrie heeft bijvoorbeeld de beschikking over dergelijke zogenoemde houtsealers. Deze met water te verdunnen, gepigmenteerde grondverven zijn speciaal ontwikkeld voor het isoleren van in water oplosbare inhoudsstoffen.

Er zijn ook kwastkwaliteiten (polyurethaan gemodificeerde waterverdunbare alkydhars), welke voor binnen en buiten toepasbaar zijn als isolerende grondverf. Deze zijn overschilderbaar met systemen op basis van alkyd- of acrylaatharen. Leverbaar in kleinverpakking.

Antwoord:
Aan de onderzijde van de overstek kan condensvorming optreden. Op den duur ontstaat hier vervuiling. Deeltjes hechten zich vast op het oppervlak en nestelen zich in de poriën. Aftekening van het houten plaatmateriaal wordt hierdoor in de loop van de tijd meer zichtbaar. Dit is niet te voorkomen en ligt niet aan de gebruikte verfproducten. Regelmatig schoonmaken is de remedie.

Om de vervuiling te beperken en het schoonmaken te vereenvoudigen is het aan te bevelen de ondergrond zo vlak en strak mogelijk te schuren. Hoe gladder de ondergrond hoe minder vervuiling. Vervuiling is bovendien eenvoudiger te verwijderen.

Maak eerst de ondergrond grondig schoon en verwijder alle vuil. Gebruik bijvoorbeeld St. Marc of Universol of gelijkwaardig. Hierna mechanisch schuren. Na het schilderen en na voldoende droogtijd een keer tussentijds schuren levert een gladder oppervlak. Watergedragen acrylaatdispersieverf toepassen is hier prima mogelijk. Het droogt snel en is zeer buitenduurzaam. Bovendien vult acrylaat goed.

Watergedragen verven hechten bij een normale voorbehandeling op gangbare ondergronden over het algemeen prima tot zeer goed. De hechting van vooral watergedragen acrylaatdispersieverven wordt wel eens onderschat. De verlijming van het acrylaat bindmiddel op gereinigde en opgeruwde ondergronden is uitstekend. Bij het overschilderen hoeft in de meeste gevallen dan ook geen primer gebruikt te worden.

Als in één keer een dekkende en esthetisch een voldoende verflaag kan worden aangebracht is dat in de praktijk voldoende. Ook in een zeeklimaat voldoen acrylaten prima. Op het Waddeneiland Ameland is bijvoorbeeld op grote schaal met succes watergedragen acrylaat op geveltimmerwerk toegepast. Twee of drie lagen moeten voldoende zijn.

Voor de volgende keer….Trae-Lyx grondlak iets verdunnen en daarmee het eikenhout impregneren. Daarna de gewone volgorde van primer en aflakken.
Kan niet meer als je reeds een primer hebt aangebracht. Moet dus echt als impregneer.
Doorbloeden ontstaat ook bij merbau, meranti, teakhout en veel grenensoorten.

Antwoord:
Wanneer de schrootjes zijn behandeld met een Benarolie of een soortgelijk product, kan worden volstaan met het grondig schoonmaken met Universol of St. Marc. Hierna goed schuren en voorbehandelen met een acrylaat grondverf en vervolgens overschilderen. Het gebruik van transparante beits wordt afgeraden.

Transparante producten hechten per definitie slechter dan gepigmenteerde verven. Op kritische ondergronden wordt daarom geadviseerd dit niet toe te passen. Is een ander type olie op het schrootjesplafond gebruikt en is de ondergrond niet plakkerig of voelt deze niet ‘pikkerig’ aan, dan kan op dezelfde wijze worden gewerkt.

Is de ondergrond wel plakkerig of ‘pikkerig’, dan moet deze laag worden verwijderd. Het eenvoudigst gaat dit met een scherpe schrapper. Hierna grondig schuren en vervolgens het vermelde verfsysteem toepassen. Na schrappen en grondig schuren kan ook transparant worden afgewerkt. Er wordt dan namelijk kaal hout geschilderd en dat kan binnen prima met een transparant product.

Antwoord:

De Arbowet geeft werknemers de mogelijkheid het werk stil te  laten leggen indien er naar hun mening direct gevaar voor de veiligheid en de gezondheid bestaat. Daarvan zal in dit geval waarschijnlijk geen sprake zijn, tenzij men in strijd met de wetgeving niet werkt met wateroplosbare verven. Wel zullen de schilderwerkzaamheden hinder opleveren. Tijdens het schuren, zal er stof in de lucht komen. Het is niet goed om werknemers daaraan bloot te stellen, dus op dat moment moet je mensen daar niet laten werken.

Ook mensen die geconcentreerd bezig moeten zijn, kunnen in deze situatie niet werken. Dus in dergelijke situaties zal de werkgever maatregelen moeten treffen en tijdelijk een andere werkplek moeten aanbieden.

Ik raad je aan om eens contact op te nemen met jullie arbodienst en samen te bekijken wat er gaat gebeuren en in welke situaties de werknemers niet op de werkplek aanwezig kunnen zijn. Met een dergelijk advies op zak sta je veel sterker ten opzichte van de werkgever.

Antwoord:
Het schilderen van een boot is vaak een arbeidsintensieve klus. Meestal komt dit doordat er een aantal jaren geen of vrijwel geen onderhoud is uitgevoerd. Soms wordt er zes tot acht jaar mee gewacht. Er is dan veel werk aan de winkel. Roest en blazen zijn dan standaard. Schuren, tollen, plamuren en meerdere keren lakken. Om dit te beperken, kan beter iets vaker onderhoud worden uitgevoerd.

Deel voor deel, zodat er overzicht blijft en het werk elke keer beperkt blijft. Zijn er blaasjes en is er corrosie, dan is het zaak te ontroesten, te tollen, primeren en plamuren. Schoonstralen of het metaal helemaal glimmend slijpen is het beste. Daarna de ondergrond grondig schoonmaken en ontvetten. Vervolgens een epoxy primer aanbrengen op het kale aluminium. Aandachtspunt is de primer niet ver over de omliggende verflagen aan te brengen. Hierna, om tijd te besparen met schuren, meerdere schraaplagen epoxy plamuur aanbrengen.

Strak werk

De eerste keer een grove epoxy plamuur gebruiken en hierna alleen met fijnere epoxy plamuren werken. Vlakke, schone en ‘scherpe’ plamuurmessen gebruiken zijn belangrijk om mooi en strak werk te realiseren. Bij het schuren gebruikmaken van vlakke schuurklosjes en voor het schuren van plamuur een korrel P120 gebruiken.

Na een aantal malen plamuren en schuren met de vlakke hand beoordelen of het geheel strak is geplamuurd. Naschuren met P180 of P220 schuurpapier. Het geheel nat schuren P320 en hierna het geheel grondig schoonmaken. Dus: schuurstof, slijpsel en dergelijk grondig verwijderen. Vervolgens met een één- of tweekomponenten verf voorlakken en aflakken.

Vraagbeantwoorder is er van uitgegaan dat als om een aluminium boot gaat, dit meteen een jacht is. Er zijn genoeg boten (vaartuigen) van Al die niet onder de noemer jacht
vallen. Omdat er op dit Forum al eerder een aantal vragen zijn gesteld – overigens met een andere strekking – over het behandelen van aluminium jachten met de zelfde antwoord als deze. Daarom Wil ik ook niet in herhaling vallen met mijn reactie en verwijs daarom naar:
Blaasjes op aluminium romp. ESB (112) ’10 nr. 8 (8 juni), p. 44
Antifouling op alu boot. ESB (115) ’13 nr. 16 (17 dec.), p. 37

Om inhoudelijker – zover als mogelijk – op de vraag in te gaan, de geadviseerde primers van de verffabrikanten die zich op dit gebied begeven zijn veelal op basis van epoxyhars en polyamine/amideverharder (dus 2K) in 50 micron per laag.
1 primerlaag is meestal voldoende als er binnen gestelde uithardingstijd wordt verder gewerkt met een midcoat, sealer en naar keuze afwerken met een conventionele verflaag op basis van alkydhars of polyurethan (2k).
Eventuele grove bewerkingssporen in het aluminium plamuren met epoxyplamuur (2K) aan te brengen op de primer.
Om een goede hechting te krijgen van de primer is een goede voorbehandeling van aluminium cruciaal. Daarom is lichtaanstralen van de plaatvelden en de lassen iets zwaarder met een ijzer/kopervrij straalmiddel bijv. Garnet.
Als stralen niet mogelijk is is een chemische oppervlaktebehandeling te overwegen met bijv. Alodine 1200S.
Binnenboord bij een minder zware belasting van het verfsysteem zoals achter isolatie/beschieting e.d. is een voorbehandeling zoals genoemd in eerder aangehaalde
reacties te overwegen.
In dit geval is een 2k washprimer (polyvinylbutyraalhars en zure verharder) als eerste primerlaag een alternatief en de 2k epoxyprimer dienst kan doen als hold-primer (opbouw verfsysteem).

Lees er wat dit onderwerp betreft de navolgende verschenen artikelen eens op na, hoewel met de notitie dat er bepaalde zienswijzes zijn achterhaald.

Groeiende markt voor gevel- en dakplaatbescherming. L.A. Mellaart; Eisma’s VP (90) ’89 nr. 21 (1 maart) ISSN 0920-2099, p. 12-13, 16

Onderhoud metalen gevels. Praktijkervaringen en gegevens uit de beheerfase. J.C.A. van Summeren; OTC (35) ’91 nr. 1 jan. ISSN 0923-1722, p. 14-15

Renovatie metalen gevel- en dakbeplating (1). ‘Onderhoudsvrij’ blijkt na 10-15 jaar een illusie. F. Klaas; Eisma’s VP (87) ’86 nr. 25 (16 april) ISSN 0920-2099, p. 6-8

Renovatie metalen gevel- en dakbeplating (slot). Tijdige coatingrenovatie kan slopen voorkomen. F. Klaas; Eisma’s VP (88) ’86 nr. 1 (1 mei) ISSN 0920-2099, p. 6-7, 9

Onwetendheid schaadt metalen gevelbeplating. Hasco levert coatings voor metalen beplating. H. Wagenaar; Eisma’s VP (102) ’00 nr. 13 (8 nov.) ISSN 0920-2099/1567-1852, p. 14-15

Vervangen gedeukte beplating niet de enige oplossing. Top Finish International herstelt gevelschades op locatie. W. Huurnink; Aannemer (16) ’05 nr. 7-8 juli ISSN 0926-9894, p. 14-15 (2) [nl]

Onderhoud van gevelbeplating. Anon.; Eisma’s VP (93) ’91 nr. 17 (4 dec.) ISSN 0920-2099, p. 24-26 (3) [nl]

Onderhoud aan stalen gevelbeplating. C. Dijkstra; EVP Eisma´s VP (106) ´04 nr. 23 (2 dec.) ISSN 1567-1852, p. 22-23 (2) [nl]

Gevelbeplating in onderhoud. C. Dijkstra. Eisma’s VP (94) ’92 (27 mei) nr. 3 (27 mei) ISSN 0920-2099, p. 36-37 (2) [nl]

‘Metaal spuiten onder nul.’ SW Wolda werkt door in de winter en worstelt niet met lage temperaturen. Anon.; SchildersVakkrant (10) ´05 nr. 6 (22 april) ISSN 1569-6065, p. 28 (1-A3)

‘Van metersmaker tot autolakker.’ De Schilder Ligtenberg spuit aluminium over blauwe plastisol. Anon.; SchildersVakkrant (12) ’07 nr. 6 (20 april) ISSN 1569-6065, p. 16 (1-A3) [nl]

‘Uit de buurt van het omslagpunt.’ Mansveld Schilders onder houdt stalen gevels en daken. Anon.; SchildersVakkrant (10) ´05 nr. 6 (22 april) ISSN 1569-6065, p. 29 (1-A3) [nl]

Onderhoud gecoilcoate staalplaat. Brochure (2/2004): Informatie Bouwen met Staal, tel: 010-4121221, email: verkoop@bouwenmet staal.nl, web: http://www.bouwenmetstaal.nl
16 p.

“De kracht van kleur in metalengevelbekleding.” Anon.; Aluminium (26) ’11 nr. 7 sept. ISSN 0169-3328, p. 40-42 (3) [nl]

Staalplaten. J.H.Th.O. Kettlitz; BW BouwWereld (85) ’89 nr. 7a (31 maart) ISSN 0026-5942, p. 28-29 (2) [nl]

Voorgelakt plaatstaal heeft de tijd mee. Variëteit aan coatings voor een breed toepassingsgebied. Anon.; MT Metaal & Techniek (40) ’95 nr. 10 okt. ISSN 0026-0479, p. 38-41 (4) [nl]

‘Met respect voor de omgeving’. Hartman Totaalonderhoud laat gevel Erasmus MC-gebouw schijnen. Anon.; SVK SchildersVakkrant (17) ’12 nr. 5 (16 maart) ISSN 1569-6065, p. 7 (1-A3)